Expertises Sectoren

Delen

08.10.2024

Hof van Cassatie: Praetoriaans vermoeden van vergunning wijzigen aantal woongelegenheden enkel geldig indien geen vergunningsplichtige werken plaatsvonden

In een arrest van 24 september 2024 heeft het Hof van Cassatie nogmaals duiding gegeven bij het praetoriaanse vermoeden van vergunning voor opdelingen in woongelegenheden die vóór 1 mei 2000 hebben plaatsgevonden. Het Hof benadrukte vooral het belang van vergunningsplichtige verbouwingswerken die al dan niet zijn uitgevoerd bij deze opdelingen.

Volgens artikel 99, §1, 7° van het decreet van 18 mei 1999, dat op 1 mei 2000 in werking is getreden, zijn wijzigingen van het aantal woongelegenheden afzonderlijk vergunningsplichtig gesteld. Een vergunning voor verbouwingswerken was voordien in welbepaalde gevallen reeds noodzakelijk.

In de betreffende zaak vernietigde het Hof van Cassatie een eerder arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen waarin werd vastgesteld dat de opdeling van een hoofdgebouw in meerdere woongelegenheden geen vergunningsplichtige werken zou omvatten, en het praetoriaanse vermoeden van vergunning voor de gecreëerde woonentiteiten van toepassing zou zijn. Het Hof van Cassatie stelde echter vast dat het Hof van Beroep niet heeft stilgestaan bij de vergunningsplichtige werken die met de opdeling gepaard gingen zoals het plaatsen van keukens, sanitair en andere structurele aanpassingen.

Het cassatiearrest neemt bijgevolg geen nieuw of andersluidend standpunt in dan voordien doch herbevestigd het hierboven gestelde principe nogmaals, m.n. het praetoriaanse vermoeden van vergunning wijziging aantal woongelegenheden geldt alleen voor opdelingen vóór 1 mei 2000, op voorwaarde dat deze niet gepaard gingen met vergunningsplichtige verbouwingen.

Raadpleeg hier de volledige tekst.

Voor meer informatie kan u terecht bij onze vakgroep Bestuurs- en Omgevingsrecht.